Onze diensten

Huurprijsbescherming uitbreiden naar middensegment

Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat de bestaande huurprijsbescherming wordt uitgebreid naar het middensegment: zelfstandige woningen met een huurprijs van 808,07 euro (momenteel 149 punten) tot en met 1.021,02 euro (1862 punten) (prijspeil januari 2023). Op dit moment bestaat er alleen een gereguleerde sector met huurprijzen tot en met 808,06 euro (op dit moment corresponderend met een maximum van 148 punten (prijspeil januari 2023). Onzelfstandige woonruimten zijn per definitie gereguleerd laagsegment.

De wet is nog niet in werking getreden. De Minister stuurt aan op 1 januari 2024 als ingangsdatum. Na invoering van de wet, gaat de vernieuwde regulering gelden voor nieuwe huurcontracten. Voor woningen die qua punten in het huidige systeem (≤ 148 WWS punten, prijspeil januari 2023) al gereguleerd zouden moeten zijn is een uitzondering gemaakt (overgangsrecht). Een jaar na inwerkingtreding van de Wet Betaalbare Huur is het ook voor deze woningen verboden een huurprijs boven de maximale huur te hanteren.

De benaming van de huidige liberalisatiegrens is niet meer passend. Daarom wordt nieuwe terminologie geïntroduceerd

Woningen met maximaal 148 WWS punten vallen bij een nieuwe verhuring (net als in de bestaande regelgeving) per definitie in het gereguleerde laagsegment. Woningen tussen de 148 en 186 WWS punten kunnen in de bestaande regelgeving in de vrije sector worden verhuurd. Dat kan onder de nieuwe wetgeving niet meer. De huur van deze woningen is begrensd op de maximale huur. Voor woningen met meer dan 186 WWS punten kan de verhuurder zelf de huurprijs bepalen. Het blijft natuurlijk mogelijk woningen tegen een lagere huurprijs te verhuren dan de huurprijs die maximaal is toegestaan op grond van de woningwaardering. De aanvangshuur bepaalt uiteindelijk in welk segment een woning valt en welk regime daarbij hoor. Maar let op: huurprijsvermeerderingen als gevolg van het stads- en dorpsgezicht (15%) of middeldure nieuwbouw (5% voor een periode van 10 jaar) hebben geen invloed op de vraag tot welk segment de woning behoort.

Het uitgangspunt van het wetsvoorstel is om de huurprijsbescherming voor het nieuwe middensegment zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de regeling die nu geldt voor het laagsegment. Desondanks zijn er enkele verschillen, zoals:

  • De maximale jaarlijkse huurverhoging voor het middensegment huurwoningen wordt gemaximeerd op CAO-loonontwikkeling + 0,5 procentpunt. Deze maximaal toegestane huurverhoging wordt wettelijk vastgelegd. (De jaarlijkse maximale huurprijsstijging voor het laagsegment wordt jaarlijks door de Minister vastgesteld bij ministeriele regeling.)
  • De inkomensafhankelijke huurverhoging of huurverlaging wegens inkomensdaling is niet van toepassing op het middensegment.

Figuur 2 bevat een samenvattend overzicht van de toegestane huurprijsaanpassing bij de jaarlijkse huurverhoging en bij een nieuwe verhuring. Bijzonderheden, zoals bijvoorbeeld de inkomensafhankelijke huurverhoging, zijn in dit overzicht buiten beschouwing gelaten.

 

bron:Ortec Finance