Per 1 januari 2023 wordt het hoge tarief voor de overdrachtsbelasting opgeschroefd van 8 naar 10,4 procent. Dit algemene tarief geldt niet alleen voor bedrijfs- of beleggingspanden, maar ook voor woningen die niet als hoofdverblijf worden gebruikt.
Vanaf 2022 wordt de belastbare winst die onder het lage VPB-tarief valt, verlaagd van 395.000 euro naar 200.000 euro.
Daarnaast wordt het lage tarief verder verhoogd van 15 naar 19 procent. Voor winsten boven de 200.000 euro blijft het huidige VPB-tarief van 25,8 procent van toepassing.
Het kabinet wil het regime van de fiscale beleggingsinstelling (fbi) beperken. Directe beleggingen in vastgoed zijn voor fbi’s dan niet meer toegestaan. De uitwerking hiervan wordt opgenomen in het Belastingplan 2024 (verwacht in september 2023).
Door deze maatregel worden de winsten van vastgoed-fbi’s vanaf 1 januari 2024 belast tegen het normale tarief van de vennootschapsbelasting. Daaraan voorafgaand verwachten we dat bepaalde (niet-beursgenoteerde) vastgoed-fbi’s waarschijnlijk herstructureren, om een zelfstandige VPB-plicht te voorkomen. Die herstructurering kan leiden tot heffing van overdrachtsbelasting. Het kabinet beraadt zich over verlichtende maatregelen daarvoor.
Vanaf 2023 wordt het algemene btw-tarief op levering en installatie van zonnepanelen verlaagd van 21 naar 0 procent.
Per 2024 worden twee schijven geïntroduceerd in box 2. Het huidige, vlakke tarief in box 2 bedraagt 26,9 procent. Dit tarief gaat naar 24,5 % over de eerste 67.000 euro en 31 % over alles daarboven.
Er komt overgangsrecht voor belasting over het spaargeld en beleggingen in box 3 voor de jaren 2023, 2024 en 2025. Onder het overgangsrecht wordt de belastingheffing in box 3 aan de hand van de werkelijke samenstelling van het vermogen van de belastingplichtige bepaald. Deze activa worden in drie categorieën verdeeld: de bankdeposito’s, overige activa en schulden. Per vermogenscategorie wordt jaarlijks een vast rendement vastgesteld om het belastbaar inkomen in box 3 te bepalen.
Om te voorkomen dat vermogen kunstmatig wordt verschoven tussen de drie vermogenscategorieën, wordt een onzuivere transactieperiode van 1 oktober tot en met 31 maart volgend jaar ingevoerd. Zo kan de fiscus de werkelijke samenstelling van het vermogen op 1 januari van het kalenderjaar vaststellen. Vanaf 2023 zal tevens het in box 3 toepasselijke belastingtarief jaarlijks met 1 procent stijgen van 32 procent in 2023 tot 34 procent in 2025.
Vanaf 1 januari 2023 zal de leegwaarderatio binnen box 3 en de Successiewet, waarmee de WOZ-waarde van verhuurde woningen met huurbescherming werd bepaald, onder bepaalde voorwaarden worden afgeschaft of aangepast.
Voor tijdelijke verhuur wordt de leegwaarderatio afgeschaft en voor onbepaalde verhuur wordt deze verlaagd. Dit heeft invloed op de box 3-waarde van beleggingspanden.
De verhuurdersheffing wordt structureel met in totaal met 138 miljoen euro verlaagd. Dit wordt gerealiseerd door een vermindering van verhuurdersheffing met 0,036 %.
In het kader van het Klimaatakkoord, wordt de CO2-heffing voor de industrie aangescherpt. Deze heffing is bedoeld om de CO2-uitstoot bij en door de industriële productie en afvalverbranding te verminderen om de doelen van het Klimaatakkoord te behalen.
Verder wordt vanaf 2024 de eerste verbruiksschijf verlaagd en gaat het tarief op aardgas geleidelijk omhoog. Verder wordt per 2024 – 2025 de degressiviteit binnen de energiebelasting aangepast om het aardgasverbruik te verminderen.
Tot slot wordt per 1 januari 2023 de belastingvermindering vanwege de bijmengverplichting van groen gas verder doorgezet, gezien het grotere aandeel van duurder groen gas.